Welkom op de mottenmonitor. Hier vindt u een kort en bondig overzicht van de belangrijkste rupsen in de appel- en perenteelt in Nederland.
Grote appelbladroller
Archips podana
Herkennen
MOT: Mannetje: ca. 10 mm. Roodbruin, vleugels klokvormig. Vrouwtje: ca. 14 mm. Minder fraai getekend dan mannetje. Er is ook een bruinpaarse variƫteit.
EIEREN: Eispiegel groen. Eiafzet: dakpansgewijs op blad overdekt met een harde wasachtige substantie.
LARVE: Tot 22 mm. Grasgroen - groengrijs. Halsschild donkerbruin-zwart, witgerand. Brede platte, glanzende kastanjebruine kop. Achtste achterlijfsegment met opvallend groot stigma (ademhalingsopening).
Levenscyclus
In de meeste jaren gedeeltelijke tweede vlucht.
Schade
VANAF MAART/APRIL
Rupsen veroorzaken vraatschade aan knoppen en bloemen en vreten jonge vruchten diep aan.
MEI/JUNI
De larve voedt zich vooral met blad.
JULI/AUGUSTUS
De jonge rups voedt zich met bladeren en vreet kleine hapjes uit de schil van al rijpende vruchten tot 2 mm diep in het vruchtvlees, de zogenaamde 'snoepvreterij'. De ontstane wondjes zijn invalspoort voor schimmels.